Stichting Cirkeltoezicht

Uw vraagbaak voor besturen van maatschappelijke organisaties

Irma Heuft

Interview Irma Heuft

In onze zoektocht naar rolmodellen voor een grotere diversiteit in besturen en bij raden van toezicht, zijn wij op zoek gegaan in ons eigen netwerk. Een van de mensen die door ons als rolmodel wordt gezien, is Irma Heuft. Vandaag heeft Irma (52), eigenaar van IRMAkracht, tijd gevonden om met ons te praten over haar ervaringen als bestuurder. We ontmoeten Irma bij Hotel Van der Valk in Ridderkerk.

De quote van Irma: ” Wat er op je pad komt kun je niet regisseren, maar hoe je er mee omgaat wel.”

Wie is Irma?

“Ik ben alleenstaand en moeder van twee prachtige zoons van 17 en 19. Ik heb Gezondheidswetenschappen gestudeerd in Maastricht.

In het gezin waar ik uit kom, was het niet gebruikelijk om als vrouw een bestuursfunctie te hebben.
Ik heb wel altijd de behoefte gehad om verantwoordelijk te zijn, de leiding te nemen. Ik vond mijn werk als manager dan ook geweldig. Maar die functie beperkt je ook tot het uitvoeren van je taken. Ik zocht naar een hoger gelegen doel. De wereld was voor mij  groter dan alleen mijn functie. Van een goede collega kreeg het advies om verder te kijken in diverse besturen. Dat was rond eind jaren ’90.”

“Ik ben op enig moment aangehaakt bij een vrouwennetwerk. Daarbij werden diners gehouden in Zeist in Hotel Restaurant ‘Oud London’. Het netwerk bestond uit zeer succesvolle zakenvrouwen en dames die veel bereikt hadden. Voor mijn gevoel was er een groot verschil tussen hun wereld (die van de geslaagde vrouwen) en de mijne (de vrouw die ambitie heeft). Ik zocht een ingang om in een bestuur of RvT terecht te komen en ik hoopte dat ik via een dergelijk netwerk op zo’n plek terecht kon komen.”

Waarom waren die dames volgens jou zo succesvol?

“Zo zagen ze er uit; ze reden in dure auto’s, vertelden verhalen over grote opdrachten. Die wereld kende ik niet. Ik vroeg me ook af of ik dát nou wel wilde. Een keer of 2 of 3 ben ik er naar toe geweest en daarna niet meer. Het klikte onvoldoende, ik heb het met ze gedeeld en ben niet meer gegaan.”

“Toen kwam ik te werken bij Opmaat en werd daar uiteindelijk directeur. Vanaf dat moment ben ik meer en bewuster omgegaan met mijn vraag om bestuurder te worden. Ik heb er toen met een adviesbureau over gesproken. Want de vraag die me bezig hield was: wat moet ik nou doen om op een bestuurdersplek te komen? Toen was ik halverwege de 40.”

Advies

“De (mannelijke) consultant van dat adviesbureau zei tegen mij: “Jij hebt 2 nadelen. Je bent een vrouw en je zit niet in het ‘old boys network’.” Aan dat eerste nadeel kan ik niet zoveel doen en gelukkig weet ik in de tussentijd dat ik me daar ook niets van hoef aan te trekken.
Die ‘old boys’-netwerken zochten inmiddels wel naar nieuwe, jonge mensen om bestuursposities te vervullen. Ik heb me toen ingeschreven bij bureaus om die stap te maken. Ik had een duidelijk doel: ik wil een eindverantwoordelijke functie. En bij voorkeur in de zorg want dat kende ik goed. Tot nu toe is het niet gelukt om op zo’n positie terecht te komen. Er was altijd wel iets dat ik nog nooit had gedaan (zoals omgaan met een Raad van Toezicht) en dus reden om mij niet aan te stellen als bestuurder.

Op een gegeven moment ben ik gestopt met zoeken. Als het voor mij bedoeld is, dan komt het wel op mijn pad.

In 2014 heb mijn eigen bedrijf opgericht; IRMAkracht. Hiermee help ik (politieke)bestuurders in het jeugddomein complexe problemen te doorgronden en op te lossen, zodat elk kind veilig en gezond opgroeit.

Wie is Irma als bestuurder?

“Inmiddels heb ik mijn ervaring wel opgedaan in vrijwilligersstichtingen waaronder  de Wereldwinkel in Barendrecht. Ook ben ik voorzitter geweest van de Stichting Downsyndroom Team Drechtsteden.

Op dit moment zit ik in het bestuur van een ondernemersvereniging. Dat is geen stevige bestuurspositie maar iemand moet de vereniging runnen. Ik ben er wel bewust in gestapt en schuw  ook hier de moeilijke onderwerpen niet. Ik hou ervan de leiding te nemen en op zoek te gaan naar het hoger gelegen doel: wat moet het resultaat zijn voor onze leden? Zijn we nog op de goede weg? Dat soort zaken.

Ik neem mijn positie in een bestuur, welk bestuur dan ook, heel serieus. Je denkt mee, bent voorbereid, doet wat er nodig is. Je hebt vaste taken en je hebt daar nog extra taken bij. En de meer brutale vragen stellen hoort daar wat mij betreft ook bij.”

Rooster van aftreden

“Bij de Stichting Wereldwinkel was er wel een rooster van aftreden, maar niemand hield zich er aan. Dat kwam ook omdat het niet makkelijk is om mensen te vinden voor dergelijke bestuursposities. Iedereen zat er al veel langer, soms zelfs tegen de eigen zin in.”

Werd er dan wel gekeken naar iemand anders?
“Ja, er is bijvoorbeeld een keer een mail gezonden. En het leuke is dat ik er op die manier bij ben gekomen.”

Hoe kenmerk je jezelf?

“Ik ga voor het groepsbelang. Bij voorkeur neem ik de positie van voorzitter. Maar elk lid van een bestuur kan richting geven aan het gesprek of de vergadering. Ik ken mezelf nu wel zo goed dat ik weet dat ik op de plek van voorzitter het best uit de verf kom. .”

Wat heeft iemand nodig om in een bestuur goed te kunnen functioneren?

“Ik vind het opvallend dat er vooral veel mensen met financiële en juridische kennis worden gezocht. Ik mis in vacatureteksten voor bestuurs- en RvT-posities altijd kennis en ervaring van het leven en wat er op je afkomt. En natuurlijk hoort daar ook bij dat je snapt wat er op organisaties afkomt. Zeker als het gaat om organisaties in de zorg of het onderwijs. Financiële en juridische kennis is wel belangrijk, maar je zit er als bestuurder om iets voor de organisatie te bereiken.

Zorg dat er ook mensen zijn die de voeten op de grond kunnen houden in het bestuur.”

Wie zijn jouw rolmodellen?

“Als eerste is dat voor mij Gerdi Verbeet. Ik vond haar als voorzitter van de Tweede Kamer geweldig. Ook voor iemand als Annemarie van Gaal heb ik veel bewondering. Ga er maar aan staan: financieel aan de grond zitten, er alleen voor staan met een kind en dan toch door moeten. Haar directheid vind ik super. Ze trapt heilige huisjes in en daarmee maakt ze niet altijd vrienden. Zelf zou ik dat niet zo doen. Je kunt zaken ook zorgvuldig aankaarten.

Ook Linda de Mol zie ik als rolmodel. Zij is gekomen waar ze is door hard werken.”

Nog even een ander onderwerp; hoe zit het met besturen en de  Governance Code?

“Naar mijn mening is het naleven van een dergelijke code te zwaar voor de meeste kleine vrijwilligersverenigingen. Ik zag in de organisaties waarbij ik betrokken was, dat mensen het wel erg serieus nemen. Maar wat we niet deden was bijvoorbeeld regelmatig reflecteren op ons eigen functioneren. Al werden bij de Wereldwinkel wel jaarlijks gesprekken gevoerd met alle vrijwilligers en werd in die gesprekken ook gevraagd naar het functioneren van het bestuur. Zo kregen we wel een beeld hoe wij het als bestuur deden.”

Zie jij verschil tussen mannelijke en vrouwelijke bestuurders?

“Vrouwen zien meer het grote geheel en de mens. Dat heeft te maken met ons vrouw-zijn; wij vrouwen zijn nu eenmaal wat zorgzamer. En ik ben me er van bewust dat ik het zo wel heel algemeen stel. Er zitten natuurlijk ook nadelen aan; wij vrouwen vinden misschien sneller iets pijnlijk.

En ook wij hebben last van onze ego’s. Daarin verschillen we niet van mannen.”

Wat wil je nog delen met onze lezers?

“Wat ik heel erg belangrijk vind, is het vinden van een gezamenlijk doel. Het is het altijd waard om daarin tijd en energie te investeren. Dit geldt voor organisaties en ook voor besturen. Dan zit je met elkaar om de tafel voor hetzelfde doel en heb je een effectief bestuur.”

Delen via:

Tessa Augustijn

© 2024 Stichting Cirkeltoezicht