Ook nu de vakantieperiode bijna is gestart, hebben we besturende dames gevonden die wij mogen interviewen. Jellie Tiemersma, directeur van Personal Too, heeft vandaag voor ons de tijd genomen.
“Ik zie mezelf als een generalist. Van oorsprong ben ik econoom. De financiële wereld waarin ik werkte, vond ik op een gegeven moment onvoldoende uitdaging bieden.Toen heb ik de overstap naar algemeen management gemaakt. De financiële processen zijn eigenlijk ieder jaar hetzelfde. Op jonge leeftijd ben ik besmet geraakt met het politieke virus. Ook gaf ik al heel jong leiding. Ik wil graag dingen doen, zichtbare resultaten boeken.
Bij verandering leef ik op. Wat ik erg belangrijk vind, is om veel meer focus te leggen op de vraag. Die kan van een klant of opdrachtgever komen. Daarbij probeer ik minder vanuit mezelf te denken. Ik vraag me dan af wat ik kan toevoegen zodat de klant krijgt wat hij of zij nodig heeft. De opdrachtgever scherp houden, hem of haar te helpen zelf beter te worden, is voor mij de uitdaging.
Diversiteit in al haar vormen is voor mij altijd een belangrijk onderwerp geweest. Ik probeer dat ook in de praktijk te brengen. Laat vooral zien dat iets wel kan. Ik zie zelf heel slecht maar laat me daardoor niet belemmeren. Moe word ik van mensen die zaken als excuus gebruiken om vooral iets niet te doen. Ik ben niet van het opgeven. Als je iets echt wilt, dan kan het ook!
Ik ben best wel eigenwijs en autonoom. Als jong was ik politiek actief en was daarbij altijd meer een bestuurder dan een ‘partijpoliticus’ geweest.”
“Op dit moment vervul ik vier Raad van Toezicht-functies in verschillende branches; de zorg, welzijn, in de woningbouw en op het gebied van diversiteit.
Mensen vinden vaak dat toezicht in diverse branches heel verschillend is, maar ik zie dat niet zo. Ik weet niet alle ins en outs van de sectoren waar ik toezichthouder ben. Maar ik word ook meestal niet gevraagd omdat ik dé inhoudelijke expert ben. De processen in die verschillende branches lijken heel erg op elkaar. Er kan wel een verschil zijn in de fase van ontwikkeling waarin het toezicht zich bevindt.
Ik wil me zelf ook kunnen ontwikkelen in mijn bestuurs- en Raad van Toezicht (RvT)-functies. Met mijn eigen bedrijf hou ik me bezig met verandermanagement en nieuwe samenwerkingen.
Ik ben niet van de standaard proces aanpak. Meedenken en mee ontwikkelen van een visie en strategie van een organisatie spreken mij aan. Waar ik vooral voor sta, is dat er sprake moet zijn van twee sporen. Van beneden naar boven en van boven naar beneden. Dus ook ophalen wat er op de werkvloer leeft en dat gebruiken in de verdere organisatiestrategie. En om dan de cirkel rond te maken vind ik het vooral de uitdaging om de vertaalslag te maken van die visie/strategie naar de operatie binnen de organisatie.”
“Ik ben vooral de vragensteller. Doorvragen richting bestuurder maar ook collega-toezichthouders. Vragen stellen over waar het echt om gaat in de organisatie. Daarmee probeer ik niet alleen de organisatie maar ook de RvT aan het denken te zetten.
Als team in een RvT moet je goed functioneren. Je moet weten hoe je elkaar kunt aanvullen. Ik vind het belangrijk dat je elkaar bevraagt over de drijfveren en motieven die je hebt om lid te zijn van de RvT.
Ik ben creatief. Het spiegelen naar andere sectoren en organisaties toe, daar ben ik goed in. Ook in het vinden en benoemen van nieuwe, creatieve routes ben ik goed. Ik denk dan ook buiten de eigen branche. Ik kan de rollen van bestuurder en toezichthouder goed scheiden. Mijn bedrijfskundige achtergrond zet ik natuurlijk ook in.
De sfeer in een vergadering is belangrijk. Ik kan met een kwinkslag weer lucht brengen in een vergadering en zo een onderwerp weer in een ander perspectief plaatsen.”
“Op die eerste positie heb ik gewoon gesolliciteerd. Vaak vragen vrouwen mij hoe je lid kunt worden van een Raad van Toezicht. Ik zeg dan altijd: ga solliciteren. Soms heb ik het gevoel dat vrouwen eerst allerlei opleidingen willen volgen voordat ze denken dat ze toezichthouder kunnen worden. Ik heb gewoon gesolliciteerd en ben het gaan doen. Die behoefte om eerst alles te weten…. Het is waar dat de verantwoordelijkheden van toezichthouders groter zijn geworden. Maar dat los je naar mijn mening niet alleen op met meer opleiding. Dat pak je aan met durf en moed.”
“Annemarie van Gaal die vind ik wel oké….. En ze heeft een geweldige collectie laarzen! (Lacht uitbundig.) Zij is van ver gekomen. Als alleenstaande moeder is ze in het diepe gesprongen. Ze heeft haar eigen pad gekozen en zo nodig haar conclusies getrokken. Het werken als toezichthouder bij de AFM paste niet bij haar overige activiteiten en toen stopte ze er ook mee.
Ik ben het niet altijd inhoudelijk met haar eens. Dat hoeft ook niet, maar haar drive spreekt mij wel enorm aan.”
“Ja, dat is er. Bij alle organisaties is er bij de herbenoeming een moment om te bespreken of je nog past in het profiel en of jijzelf nog voldoende voldoening haalt uit je functie.”
“De vormen waarin we dat binnen mijn RvT’s oppakken zijn wel verschillend. Soms is het een evaluatie alleen met de eigen groep, soms met externen en soms in combinatie met een digitaal onderzoek.”
“Tja, daar ben je zelf bij. Ieder jaar dezelfde aanpak, werkt op den duur niet. Het ontwikkelingsstadium van de organisatie speelt daarbij ook een rol. Vlak na een fusie of als de RvT net is samengesteld, heb je andere dingen te bespreken dan als je al jaren bij elkaar zit.”
“Ik voel me niet meer of minder verantwoordelijk dan bijvoorbeeld tien jaar geleden. Ik zag het destijds als een verlengde van de dingen die ik eerder deed in mijn leven. Formeel zijn de verantwoordelijkheden natuurlijk wel toegenomen.
De ondersteuning/opleiding van een RvT is wel belangrijker geworden. Als je je ergens in wilt bekwamen, dan is mijn ervaring dat er ook geld voor is.
Tien jaar geleden werden mensen vooral uit hoofde van hun functie of status gevraagd voor een RvT. Ik heb dat zelf nooit zo ervaren.”
“Diversiteit stel ik altijd aan de orde. Het is niet altijd heel gemakkelijk om iemand te vinden. Mede door mijn inbreng wordt het onderwerp vaker geagendeerd.”
Hoe divers is diversiteit voor jou?
“Dat is voor mij een organisatie waar jonge mensen en mensen met verschillende achtergrond (bijv. een ondernemer, geloof, niet-westers) werken. Opleiding is voor mij niet altijd leidend maar je moet wel de competenties hebben, of kunnen ontwikkelen, om thema’s aan de orde te kunnen stellen die voor jou belangrijk zijn. Je wilt wel je rol kunnen spelen in de raad. En daar mogen overigens alle partijen best wat energie in steken. Ook de zittende leden.”
Als we kijken naar mannen – vrouwen, hoe ervaar jij dan het verschil?
“Het is lastig om daar een eenduidig antwoord op te geven. Teams die niet gemengd zijn, zijn minder effectief. Dat weet ik wel.”
“Ja, die zijn bij mijn RvT’s zeer goed bekend. Maar het gaat om houding, gedrag en mentaliteit en de wil om het goede te doen en de dingen goed te doen. Er wordt bij ons serieus naar codes gekeken maar er zijn meer instrumenten.” [Red: Jellie is lid van de NVTZ (de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn) en VTW (de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties).]
“Het functioneren van een RvT als team vraagt steeds meer aandacht. Wat zijn jouw drijfveren? De context waarin je zelf functioneert, met name in je werk, neem je mee naar de vergaderingen van de RvT. En wat mij betreft mogen we als RvT’s nog wel meer wegblijven van de waan van de dag.”
Heb je nog tips?
“In Noord Nederland is er ook qua diversiteit nog wel wat te winnen. Op de een of andere manier lijkt het lastiger om vrouwen te activeren in het Noorden. Wij moeten daar scherp in blijven. We moeten elkaar en organisaties aan blijven spreken op het diversiteitsbeleid.”