Interview Inge Vermeulen
In onze zoektocht naar rolmodellen voor een grotere diversiteit bij Raden van Toezicht en binnen besturen zijn wij op zoek gegaan in ons eigen netwerk. Een van de vrouwen die door ons als rolmodel wordt gezien, is Inge Vermeulen. Inge is 46 jaar en woont in Rotterdam. Inge is bedrijfseconoom en is sinds januari 2016 algemeen directeur van Stichting Patijnenburg. Stichting Patijnenburg zorgt voor werkgelegenheid voor inwoners van gemeente Westland met een arbeidsbeperking en werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt. Daarnaast is zij lid van de raad van toezicht van Woonpartners Midden-Holland en maakt onderdeel uit van de Auditcommissie. Ook is zij voorzitter van de Raad van Toezicht van Stichting MEE Rotterdam Rijnmond.
“Door te solliciteren. Ik ben gestart met de opleiding Aankomend commissarissen van VTW waar theorie en praktijk worden gecombineerd. Je leert wat er komt kijken bij een bestuursfunctie en een toezichthoudende functie. De training bevat ook stagetrajecten. Voor mijn eerste toezichthoudende functie heb ik, met de bagage van deze opleiding, gesolliciteerd als toezichthouder bij een woningcorporatie. Een van de gemeenten uit het werkgebied van deze corporatie ken ik goed, ik heb hier zelf gewerkt. En ik kende de voorzitter, vanuit mijn eerdere rol binnen deze gemeente. Die combinatie heeft geholpen bij de selectieprocedure.
Bij MEE RR heb ik ook gesolliciteerd en waardeer ik het enorm dat de organisatie voor mij heeft gekozen, als energieke vrouw, en niet voor een wat oudere man met veel meer ervaring in een dergelijke toezichthoudende functie.”
“Nee, zeker niet. Ik heb een ‘fit and- proper-test’ ondergaan. Deze test wordt gebruikt bij toelatingen en ook bij herbenoemingen. De ontwikkelingen in de corporatiebranche hebben hiervoor gezorgd. De branche heeft helaas te maken gehad met enkele schandalen, die we allemaal uit de krant kennen. Het onderzoek is zeer uitgebreid en gedegen. Een Verklaring omtrent Gedrag wordt opgevraagd, je wordt doorgelicht door een psycholoog en het vertrekpunt is de huidige samenstelling van de Raad van Toezicht. Welke aanvulling heeft de raad nodig? Ik kwam goed uit de test.”
“Absoluut! Diverse achtergronden zijn vertegenwoordigd. We hebben alleen nog geen vertegenwoordiging door een lid met een andere etnische achtergrond of fysieke beperking en na een wisseling ben ik in beide RvT’s de enige vrouw. Dit is wel een aandachtspunt bij nieuwe wervingsprocedures. Diversiteit zorgt dat met verschillende brillen naar maatschappelijke thema’s wordt gekeken. Je krijgt nieuwe vragen en zet een ieder aan het denken.”
“Ik ben geselecteerd op mijn kennis van het gemeenteland en het bijbehorende netwerk, mijn bedrijfseconomische kennis en mijn actuele kennis van de zorg. Door mijn financiële kennis en ervaring maak ik ook onderdeel uit van de auditcommissie bij de woningcorporatie. Deze commissie is het voorportaal voor financiële documenten.”
“Ja, ik ben voorzitter van de Raad van Toezicht van MEE Rotterdam Rijnmond, een maatschappelijke organisatie die zich inzet voor onafhankelijke cliëntondersteuning voor mensen met een beperking of een chronische ziekte. Deze organisatie ondersteunt bij vragen over opvoeding, onderwijs, financiën, wonen, werken en vrije tijd. Dit is een veel kleinere organisatie met andere thematieken. Als Raad van Toezicht houden wij ons meer bezig met strategiebepaling.”
“Een Raad van Toezicht is naast toezichthouder de sparringpartner van de directeur-bestuurder en ook de werkgever van de directeur bestuurder.”
“Bij Woonpartners ligt de nadruk sterk op toezicht. Dit is, helaas, doorgeschoten vanuit de incidenten in het nabije verdelen. Het ministerie ziet hier ook op toe.
Bij MEE kunnen wij als Raad van Toezicht ons veel meer bezighouden met strategie bepaling samen met de directeur-bestuurder. Wij geven de directeur-bestuurder input voor de strategie. Dat spreekt mij heel erg aan. En daar word ik enthousiast van, want die rol vind ik leuk.”
“Haha, ja, dat klopt. Als Raad van Toezicht spreken we hier ook over met elkaar. Dit is wellicht mijn valkuil. Waar ligt de grens? Sparringpartner van de directeur, of bestuurder.”
“Ja, de zelfevaluatiemomenten maken onderdeel uit van de Governance Code die geldt voor de branches waarin ik actief ben. Evaluatiemomenten vinden jaarlijks plaats en bij de woningcorporatie worden we hierbij iedere twee jaar begeleid door een extern bureau. Onze manier van werken wordt bekeken en wij krijgen hier feedback op. Daarnaast zorgen we jaarlijks voor meerdere benen-op-tafel-momenten, Dan koken en eten we bij iemand thuis. We bespreken wat ons bezig houdt en op deze manier organiseren wij reflectie en feedback. Ik bespreek de grens tussen sparren en besturen. Door deze sessies komen wij tijdens formele vergaderingen niet voor verrassingen te staan. Ik waardeer dit erg.”
“Ja, absoluut. Herbenoeming is geen automatisme. Een aantal maanden voor het aflopen van een termijn onderga je de ‘fit and proper-test’ van de Autoriteit Woningcorporaties. Gekeken wordt waar de RvT de volgende periode behoefte aan heeft. Dit, gecombineerd met de test, bepaalt of je mag worden herbenoemd. En uiteraard is er sprake van een maximale termijn van 2 keer 4 jaar. Van collega’s die de test voor herbenoeming hebben ondergaan heb ik begrepen dat het pittig is, een beetje doorgeschoten.” Ook bij MEE wordt specifiek stilgestaan bij de herbenoeming, maar dit is niet zo formeel geregeld als bij de woningcorporaties.”
“Een rolmodel heb ik niet. Wel kan ik bewondering hebben voor bestuurders die resultaat behalen en verschil maken. Bestuurders die het heel goed doen vind ik stoer, zowel vrouwen als mannen.”
“Iedereen is uniek, brengt eigen kennis en ervaring mee. Dat is niet anders voor vrouwen dan voor mannen. Moet ik dan toch iets noemen dan zie ik dat vrouwen meer oog hebben voor de relatie. Dit herken ik ook bij mijzelf. De relatie met de directeur-bestuurder en de relaties binnen de Raad van Toezicht en met de doelgroep en externe stakeholders vind ik heel belangrijk. Wanneer dit niet lekker loopt benoem ik dit.”
“Pak kansen wanneer die zich voordoen. En soms helpt het om kansen een beetje te creëren. Stap soms in het diepe. Spring, ook wanneer je nog niet weet of je iets 100% kunt.”