Stichting Cirkeltoezicht

Uw vraagbaak voor besturen van maatschappelijke organisaties

Marja van Bijsterveldt

foto: DELFT – Portret Delftse burgemeester Marja van Bijsterveldt (CDA) gefotografeerd in en om het stadhuis aan de markt. – FOTO GUUS SCHOONEWILLE

In onze zoektocht naar rolmodellen voor een grotere diversiteit bij Raden van Toezicht en binnen besturen zijn wij op zoek gegaan in ons eigen netwerk. Een van de vrouwen die door ons als rolmodel wordt gezien, is Marja van Bijsterveldt. Marja is 55 jaar, getrouwd, heeft twee zonen en woont in Schipluiden. Marja heeft de opleiding Verpleegkunde A gevolgd en is op dit moment Burgemeester van Gemeente Delft.

Het levensmotto van Marja luidt:

‘Wees maar enthousiast, dan komt het wel goed’!

“Dit levensmotto is eigenlijk van mijn vader en heeft mij velen malen door moeilijke situaties geleid. Daarnaast geldt, als je echt iets wilt bereiken: ‘zonder strijd geen overwinning’ en ‘no guts, no glory’.”

Welke bestuursfunctie(s) / deelname RvT bekleed je?

“Op dit moment ben ik vicevoorzitter van de Erasmus Universiteit en voorzitter van de St. Lezen & Schrijven.”

Wat breng jij als persoon?

“Veel bestuurlijke ervaring binnen het openbaar bestuur (vaak als voorzitter), onderwijs en andere terreinen waarbij ik diverse voorzitterschappen heb vervuld. Daarbij vind ik het belangrijk dat we, bij welke grote beslissingen dan ook, altijd oog hebben voor de menselijke maat. Daarnaast is het hebben van politieke ervaring handig. Ook in andere organisaties wordt vaker dan je misschien zou denken politiek bedreven. Daar heb ik in de loopt der tijd een antenne voor ontwikkeld; ook hoe je er vervolgens goed mee om kunt gaan.”

Wat kenmerkt je in je rol?

“Als voorzitter hou ik ervan om kort en krachtig te vergaderen. Niemand houdt van ellenlange vergaderingen. De meeste mensen met wie ik samenwerk hebben het daar simpelweg te druk voor. Ik probeer daarnaast ook wat gezelligheid te brengen in het geheel. Besturen en raden van toezicht moeten plekken zijn waar naast zakelijkheid ook sprake is van de goede ontmoeting.”

Hoe ben je RvT-lid geworden?

“Daar ben ik in de loop der tijd ingerold. Na mijn wethouderschap in Almere werd ik gevraagd voor een RvT van een woningbouwcorporatie en in de loop der jaren kwamen daar andere bij. Ik vind het leuk werk om te doen, soms ook pittig. Bij de Erasmus Universiteit ben ik bijvoorbeeld ook lid van het audit commissie en dat vraagt dat je je stevig verdiept in zaken van financiën tot ICT, ontwikkelingen nieuwbouw campus en noem maar op. Je hebt bij dit type zaken, waarbij het zowel om veel geld als om grote inhoudelijke belangen gaat, echt een toezichthoudende taak en dus moet je heel goed weten waar het over gaat.”

Wanneer was jouw eerste bestuurlijke / RvT-functie?

“Ik was al jong actief in besturen in kerk en in het CDJA, de politieke jongerenorganisatie van het CDA. Daar heb ik heel jong al veel opgestoken. In de loop der tijd kwamen daar allerlei dingen bij als een vioolinstituut voor kinderen, cultuurfonds en het IVN (natuur en milieu).
Mijn eerste echte toezichthouderschap begon toen ik 33 jaar was als lid van de raad van commissarissen van een Almeerse woningbouwcorporatie.”

Heb je een rolmodel?

“Dat is een lastige vraag. Nee, niet echt. Ik ken zat goede bestuurders waar ik bewondering voor heb en waarvan ik iets opgestoken heb. Maar niet één specifieke figuur die voor mij rolmodel is.”

Zijn er termijnen benoemd bij de RvT waar je lid van bent, en wordt daar hand aan gehouden?

“Ja. In principe houdt men zich aan de termijnen. Soms kan er aanleiding zijn om er korte tijd van af te wijken (bijvoorbeeld als er veel wisselingen zijn in bestuur of RvT en zorg bestaat over continuïteit).”

Zijn er veranderingen tussen nu en 5 jaar geleden die jij belangrijk vindt?

“We zitten volop in verandering. De samenleving is door toenemende transparantie en de sociale media scherper betrokken bij wat er speelt dan ooit. Dat vraagt om continue alertheid; zeker van besturen en RvT’s die verantwoordelijk zijn voor organisaties met een groot maatschappelijk belang.”

Hoe kijk je tegen diversiteit in zijn algemeenheid aan?

“Diversiteit is heel belangrijk. Het draagt veel bij aan de kwaliteit van bestuur en versterkt de representativiteit.”

Wat zijn in jouw optiek de verschillen tussen mannen en vrouwen?

“Het gaat om feminiene (vrouwelijke) en masculiene (mannelijke) eigenschappen. De verschillen zijn denk ik wel bekend. Een bestuur of team staat er het sterkste voor als beiden in goed evenwicht zijn.
Lange tijd zaten in het type besturen en raden waar we over spreken overwegend mannen. Vrouwen brengen een andere dimensie mee; zijn vaak sterker op het vlak van sensitiviteit, communicatie, oog voor de menselijke maat, het creëren van een veilige omgeving. Dat zijn aspecten die in de hedendaagse samenleving zeer relevant zijn.”

Zijn die er ook als het gaat om leeftijd?

“Zeker! Een mooie mix van ervaring en vernieuwend denken vanuit een nieuwe generatie is een mooie combi.”

Kun je geanonimiseerd aangeven of het wel eens ergens fout is gegaan? Welke rol heb jij daarbij gespeeld?

“Er schiet mij niet direct iets te binnen.”

Is er een governance code van toepassing bij de organisaties waar jij lid bent van een RvT?

“Ja”

Wat vind je van die betreffende Governance Code?

“Ik denk dat we voldoende goede governance codes hebben in Nederland, zaak is om deze levend te houden. Niet alleen d.m.v. een rooster van aftreden of iets dergelijke, maar breder, door jezelf als RvT regelmatig middels evaluaties te (laten) toetsen of je in je functioneren nog voldoet aan deze norm.”

Is het bestuur op de hoogte waar zij ook werkelijk van zijn?

“Dat is bij de ene organisatie wat meer uitgekristalliseerd dan de andere. Als een organisatie in groei/ontwikkeling is, zie je dat de rol van zo’n bestuurder verandert. In de start is het meer het zijn van directie en in de loop der tijd wordt het al meer bestuur.
Het is belangrijk dat je als RvT je eigen rol goed in acht neemt. Dat biedt het bestuur de ruimte om ook echt bestuur te zijn. Maar natuurlijk is dat geen statisch iets. Het hangt af van omstandigheden. Soms ben je als RvT dichtbij en soms kan je iets meer afstand nemen. Goede informatievoorziening vanuit het bestuur is daartoe heel belangrijk.”

Waar zie jij verbeterpunten voor RvT’s?

“Er is veel verbeterd in de afgelopen jaren. Diverse incidenten vormden voor veel RvT-leden een wake-up call. RvT-lidmaatschap is geen erebaantje maar echt een verantwoordelijkheid. Waar vroeger in verenigingen leden toezagen op tal van zaken, en vaak ook kritisch waren, zien we, zeker in de publieke sector, dat dit toezicht op het maatschappelijk belang overgenomen is door raden van toezicht. Daar komt bij dat het vaak gaat om veel publiek geld. Dat vergt grote zorgvuldigheid en dan moet de samenleving erop kunnen rekenen dat het goed zit met het toezicht daarop.
Een jaarlijkse evaluatie door een RvT op de wijze van toezicht houden vind ik belangrijk, zodat je scherp blijft in je taak.”

Delen via:

Astrid van der Starre

De Financiële vrouw van de Culturele Sector
Specialist in Control en Kwaliteit, en met een passie voor Besturen.
© 2024 Stichting Cirkeltoezicht